Tour '99


Agenda Orathor


Agenda
Nieuws
Thorlied
Bestuur
Commissies
Archief
Contact




11 tot en met 25 juli 1999

Zoals enkelen onder jullie al weten heeft een aantal weken geleden de jaarlijkse buitenlandse studiereis van Thor weer plaatsgevonden. De bestemming was dit jaar Frankrijk, een land dat een gerenommeerde vakantiebestemming is, maar ook veel vooruitstrevende bedrijven op elektrotechnisch gebied huist.
Op zondag 11 juli 1999 vertrokken we met 17 studenten en twee mini-busjes met een twijfelachtige kleur geel naar onze eerste Franse bestemming: Parijs. Voor het verblijf in Parijs was een jeugdherberg uitgezocht die vlak binnen de Périférique (rondweg) gelegen is en waar vanuit je snel in de Parijse metro kan stappen. Hier werd na aankomst dan ook meteen gretig gebruik van gemaakt en al snel liepen we in een korte broek lekker rond te kuieren langs de Seine. 's Avonds werd het kuieren samen met veel 'andere toeristen' voortgezet bij de Sacre-Coeur Kathedraal en gezellige omgeving daarvan. De laatste metro naar de jeugdherberg vormde vanwege het gezellige barretje van de jeugdherberg geen beperking voor de tijd waarop de meeste deelnemers gingen slapen, zodat de volgende ochtend wat wrijven in de ogen en een kop koffie noodzakelijk waren om iedereen weer scherp te krijgen.
Als echte Eindhovenaren moest namelijk meteen de Franse tak van het welbekende Philips-concern worden bezocht. De vlak buiten Parijs gelegen R&D vestiging van Philips France vormt samen met het Eindhovense Natlab, het Engelse Redhill en het Duitse Förschunegslabor in Aken het hart van de corporate R&D van Philips. We kregen te zien hoe via computer-analyse van bv MRI-scans organen en andere structuren in het lichaam 3D gemodelleerd kunnen worden en artsen een virtuele kijk in het lichaam van een bepaalde patiënt kunnen geven. Ook tweeweg satellietcommunicatie voor internet en het MPEG-4 audio / video formaat kwamen aan bod. Voor een afwisselende dag bij deze rustiek gelegen vestiging kwamen we enigszins bevangen door de warmte terug aan in Parijs. Hier zochten de meeste deelnemers de uitgebreide stadsparken op om de dag relaxed af te sluiten.
De tweede dag stond een bezoek aan het Franse energiebedrijf EDF in de planning. Een uurtje rijden buiten Parijs konden de energietechniekers onder de deelnemers hun hart ophalen met een van de grootste hoogspanningshallen in de wereld, een proefschakelveld en verschillende andere laboratoria waar onderzoek naar koeling van kerncentrales, verbranding van afval en ontwerp van industriële systemen werd gedaan. De energie hiervoor kwam direct vanaf het krachtigste punt in het Franse energienet. Na 's avonds op de 13e juli het begin van het gefeest voor 'le quatorze juillet' meegemaakt te hebben namen we de volgende ochtend met enige spijt afscheid van Parijs en verplaatsen ons richting het Zwitserse Genève. Aangezien de rit langer bleek dan vooraf ingeschat was, was het niet meer de moeite waard de grens terug over te gaan om de Franse Nationale feestdag mee te beleven in Annecy. Het werd, met een wandelingetje langs het meer van Genève naar 'de grote waterstraal' echter toch een zeer geslaagde avond. In Genève bevindt zich het, naast de hoofdzetels van enkele internationale instituten gelegen, Europese Onderzoekscentrum voor deeltjesfysica (CERN). Naast de bakermat van het internet is CERN met zijn ondergrondse deeltjesversneller en grote wetenschappelijke staf het belangrijkste testcentrum voor de fundamentele natuurkunde. Na een algemene introductie over CERN en zijn geschiedenis brachten wij een bezoek aan een van de projecten die op de grootste versneller gedaan werden. 100 meter onder de grond kon bekeken worden hoe de metingen aan de botsingen gedaan en met elkaar gecorreleerd werden. De Belgische gids wist ook veel te vertellen over de nieuw te installeren versneller met supergeleidende magneten en over de praktische problemen van de ingenieurs zoals het vervoeren van de magneten en de problemen met sabotage door ratten.
Na deze opfrissing en verdieping van onze natuurkundige kennis brachten wij 's middags nog een bezoek aan het observatorium van Genève. Hier werden naast beelden uit de eigen telescoop ook gegevens van de Hubble ruimtetelescoop geanalyseerd en geïnterpreteerd. De volgende ochtend werd naar een kleine rit naar het Franse Grenoble het Laboratorium voor Hoge Magnetische velden bezocht. In samenwerking met het Max-Planck instituut doet het Franse nationale instituut voor wetenschappen hier onderzoek naar het opwekken van zo groot mogelijke magnetische velden (tot 40 Tesla) en naar de effecten op bijvoorbeeld halfgeleiders en levende organismen. Op een speciale manier worden krachtige spoelen geconstrueerd die eventueel met behulp van supermagneten een monster in het midden kunnen blootstellen aan deze velden. Naast enkele van deze magneten hebben we ook de stroomvoorziening en de koeling tot 4 K voor de monsters bekeken.
Ook deze middag was een tweede excursie gepland en wel naar een grote waterkrachtcentrale in de Franse Alpen. Deze bijna onbemande centrale en zijn 12 ondergrondse turbines vormt een belangrijke energieopslagmogelijkheid voor het Franse energienet. Via twee stuwmeren kan met behulp van de reversibele turbines de energie snel opgeslagen en ook weer geleverd worden. Na een verblijf van één avond in Grenoble reden we de volgende dag dwars door de Alpen naar de Côte d'Azur. Vlakbij het illustere Cannes waren we gesitueerd in een badplaats van wat minder allure. Na één rustdag op het strand en in de zee doorgebracht te hebben bleek dit luieren voor velen toch teveel en moest er weer wat ondernomen worden. De maandag werd daarom uitgetrokken om het dwergstaatje van Prins Rainier, Monaco, te bezoeken. Een bezoek aan het paleis, de jachthaven en de heliport plaatst je financiële situatie als student weer in het juiste perspectief.
Dinsdag stond er een excursie op het programma naar Alcatel Space Industries. Hier kregen we te zien hoe satellieten geassembleerd worden en wat er allemaal komt kijken bij het ontwerp van satellietsystemen en hun elektronica. Na vergeefse pogingen informatie over de nieuwste spionagesatellieten te ontfutselen gingen we de rest van de middag aan het strand van Cannes liggen. Omdat veel mensen nu toch enigszins verbrand begonnen te raken was het maar goed dat we de volgende dag weer terug reden naar het Noordwesten om de studentenstad Toulouse te bezoeken.
Tijdens het verblijf in Toulouse stonden twee excursies op het programma. De eerste was naar het instituut voor analyse en ontwerp van systemen (LAAS). Daar werd, vaak in Europees samenwerkingsverband, onderzoek gedaan naar veel verschillende onderdelen van de elektrotechniek. Door middel van presentaties leerden we enkele afdelingen en hun activiteiten kennen. Zo werd er bijvoorbeeld gewerkt aan technieken voor het fabriceren van micro-electronica in een cleanroom en werd er onderzoek gedaan om de integriteit van complexe computersystemen te waarborgen door bijvoorbeeld statische tests en het inbouwen van fouttoleranties. 's Avonds moest onderkent worden dat Toulouse in potentie een leuke studentenstad was, maar dat de op vakantie zijnde studenten toch wel nogal gemist werden.
De volgende dag werd als laatste excursie van de studiereis een bezoek gebracht aan Siemens Automotive dat onboard systemen voor de autoindustrie ontwikkeld. Naast motormanagement (power-train) werden complete dashboards ontworpen en werd er ook gewerkt aan elektronische veiligheidssystemen. Hierbij werd de grootte en de veelzijdigheid van het Siemens-concern gebruikt om complete oplossingen voor een bepaalde klant aan te bieden. Tijdens de lunch kwamen we ook in contact met enkele bij Siemens werkende Nederlanders en kregen we hun visie op werken en leven in Frankrijk.


Last updated: 08/26/01, WebMaster