Liederen


Agenda Orathor


Agenda
Nieuws
Thorlied
Bestuur
Commissies
Archief
Contact




1-2-3 Rikke tikke tik
15 Miljoen mensen
32 jaar (Sinds een dag of twee)
Aan de oever van de Rotte
A B C
Always look on the bright side of life
Bavaria bier
Blue Hotel
Clementine
Cockles and mussels
De Egelantier
Drunken sailor
Het is moeilijk bescheiden te blijven
Het kleine café aan de haven
Het land van Maas en Waal
Het lied van de eend
Io vivat
Jan Klaassen
Malle Babbe
'n Beetje verliefd
Oerend hard
Pauzelied
Prosit
Swing low sweet chariot
The wild rover
Wilhelmus
Zeven dagen lang

1-2-3 Rikke tikke tik

Kot-kot-kot-kot-kot-kodei

Gans mijn lijf staat vol met pluimen
Grijze, witte, zwart en bruine
Mijn kopje gaat omhoog-omlaag
Graantjes pikken doe ik graag

Refrein:
1-2-3 rikke tikke tik
Ra, ra, ra, wie benne-k-ik ?
Is er iemand die al weet
Hoe ik heet

Huit, knorr, grompf, wuit, wuit

'k Heb een krulletje in m'n staart
En een stevige stoppelbaard
Een snuit met twee gaatjes in
En een dubbele onderkin

He, ha, ha, hi, ha

Ik ben een plezante zanger
Mijne neus wordt alsmaar langer
Ik maak liedjes voor de kleintjes
Over kippetjes en zwijntjes


15 Miljoen mensen

Land van 1000 meningen
Het land van nuchterheid
Met z'n allen op het strand
Beschuit bij het ontbijt
Het land waar niemand zich laat gaan
Behalve als we winnen
Dan breekt acuut de passie los
Dan blijft geen mens meer binnen
Het land wars van betutteling
Geen uniform is heilig
Een zoon die noemt z'n vader Piet
Een fiets staat nergens veilig

refrein:
15 Miljoen mensen
Op dat hele kleine stukje aarde
Die schrijf je niet de wetten voor
Die laat je in hun waarde
15 Miljoen mensen
Op dat hele kleine stukje aarde
Die moeten niet 't keurslijf in
Die laat je in hun waarde

Het land vol groepen van protest
Geen chef die echt de baas is
Gordijnen altijd open zijn
Lunch een broodje kaas is
Het land vol van verdraagzaamheid
Alleen niet voor de buurman
De grote vraag die blijft altijd
Waar betaalt 'ie nou z'n huur van

't Land dat zorgt voor iedereen
Geen hond die van een goot weet
Met nassiballen in de muur
En niemand die droog brood eet

refrein(2x)


32 jaar (Sinds een dag of twee)

Sinds een dag of twee
Vlinders in m'n hoofd
Sinds een dag of twee
Aangenaam verdoofd
'k Was haast vergeten hoe 't voelt
Om verliefd te zijn

Ik kijk om me heen
Door een roze bril
Veel te lang alleen
'k Stond een beetje stil
Hoe kon ik 't weten
M'n wereldje was zo klein

Refrein:
't Is wel een beetje raar
Tweeendertig jaar
Trillend op m'n benen (op m'n benen)
Als ze is verdwenen (is verdwenen oh la la la la la)
Ze is ze is van mij (oh la la la la la)
Ze is ze is van mij (oh la la la la la)
Ze is ze is van mij (oh la la la la la)

Mannen bij de vleet
Wachtend in een rij
Deert me toch geen reet
Want ze kijkt naar mij
Liefde, oh liefde
Waar was jij toch al die tijd

Alles wat ze zegt
Slik ik voor zoete koek
En m'n scherpe blik
Is ook al dagen zoek
't Kan me niet schelen
Zolang ze maar met me vrijt

(oh la la la la la) ze is ze is van mij
(oh la la la la oh oh oh) ze is van mij


Aan de oever van de Rotte

Aan de oever van de Rotte
tussen Delft en Overschie
zat een kikvors luid te wenen
met een kleine op haar knie.

Lieve kleine sprak de moeder
zie je daar die ooievaar
het is de moordenaar van je vader
hij vrat hem op met huid en haar.

Potverdomme sprak de kleine
heeft die klootzak dat gedaan
als ik later groot en sterk ben
zal ik hem op zijn flikker slaan.

Nauwlijks sprak hij deze woorden
of daar kwam de ooievaar
en je zult het niet geloven
vrat hem op met huid en haar.

De moraal van deze story
Ligt besloten in 't refrein
Ik zal nooit meer dronken wezen
Ik zal nooit meer dronken zijn
't Is de schuld van de jenever
Maar dat spul dat smaakt zo fijn


A B C

ABC ik zat in een coupe
En ik had me voorgenomen
Nergens aan te komen
ABC ik zat in een coupe

DEF met de dochter van de chef
GHI toen zat ze op mijn knie
JKL toen brak haar jarretel
MNO meneer dat doet U zo
PQR meneer U gaat te ver
STU meneer wat doet U nu
VWX meneer dat kost een riks
XYZ toen gingen we naar bed


Always look on the bright side of life

Cheer up, Brian, you know what they say
Some things in life are bad, they can really make you mad
Other things just make you swear and curse
When you've chewing on life's gristle
Don't grumble, give a whistle
And this'll help things turn out for the best

And always look on the bright side of life
Always look on the light side of life

If life seems jolly rotten, there's something you've forgotten
And that's to laugh and smile and dance and sing
When you're feeling in the dumps, don't be silly chumps
Just purse your lips and whistle - that's the thing

And always look on the bright side of life
Come on always look on the bright side of life

For life is quite absurd and death's the final word
You must always face the curtain with a bow
Forget about your sin - give the audience a grin
Enjoy it - it's your last chance anyhow

So always look on the bright side of death
Just before you draw your terminal breath

Life's a piece of shit when you look at it
Life's a laugh and death's a joke it's true
You'll see it's all a show
Keep'em laughing as you go
Just remember that the last laugh is on you

And always look on the bright side of life
Always look on the right side of life
(Come on guys, cheer up)
Always look on the right side of life
Always look on the right side of life ....


Bavaria bier

Al ben ik honderd jaar kapot,
dan stroomt het bier nog uit mijn strot

Oh Bavaria bier, oh Bavaria bier

Al krijg ik een kogel in m'n reet
dan is m'n allerlaatste kreet

Al lig ik boven op een hoer
dan staat er naast me op de vloer

En gun ik haar ook wat plezier
dan neem ik haar een keer of vier

Al liggen m'n kloten onder de trein
dan zullen m'n laatste woorden zijn

Al lig ik een meter onder de grond
dan heb ik de smaak nog in m'n mond

Als de hoeren het verrekken
dan zullen we zelf moeten trekken

En op een Amsterdamse brug,
daar naait een olifant een mug.

Al staan ze boven op m'n lul
dan is m'n allerlaatste brul

En als de ooievaar gaat staken
dan gaan we zelf kindjes maken

En al vallen de wijven uit de lucht
dan is m'n laatste zucht

Al zijn de hoeren nog zo duur
we naaien ze allemaal tegen de muur

Al lig ik een meter onder de grond
dan spuit het bier nog uit mijn kont

En al lig ik een meter onder het zand
heb ik de bierfles nog in mijn hand

Al lig ik jaren in mijn graf
ik draai me om en trek me af

En al op de loop van het geschut
daar staat met grote letters: BOEM

En al op een Amsterdamse brug
daar naait een olifant een mug

En ook de baby in de wieg
die ligt te naaien met een vlieg

En als ik nasiballen eet
dan slaan de vlammen uit m'n reet

En op de lul van Ome Kees
daar houden de vlooien een grote race

En op de grote oceaan
daar is een hoerenschip vergaan

En al die hoeren naar de haaien
en al die haaien lekker naaien

D'r staat een smeris om de hoek
we trappen z'n ballen uit z'n broek

Als de ziekenwagen komt
Draai ik me om en kus m'n kont


Blue Hotel

Blue hotel on a lonely highway.
Blue hotel, life don't work out my way
.

Blue hotel on a lonely highway.
Blue hotel, life don't work out my way.
I waited for love in the lonely night.

Refrein:
Blue Hoteeeeeeeeeeeeeeeeeeeeeeeeeeeeeeeeel
Blue Hoteeeeeeeeeeeeeeeeeeeeeeeeeeeeeeeeel

Blue hotel, every mood is lonely
Blue hotel, I was waiting only,
The night was like a lonely dream.

Blue hotel on a lonely highway.
Blue hotel, life don't work out my way.


Clementine

In a caverne, in a canyon,
Excavating for a mine.
Dwelt a miner, forty-niner,
And his daughter Clementine.

Refrein:
Oh my darling, oh my darling,
Oh my darling Clementine.
You are gone and lost forever,
Dreadful sorry Clementine.

Light she and like a fairy,
And her shoes where number nine.
Herring boxes, without topses,
Sandals were for Clementine.

Drove she ducklings to the water,
Ev'ry morning just at nine.
Hit her food against a splinter,
Fell into the foaming brine.

Ruby lips above the water,
Blowing bubbles soft and fine.
But alas I was no swinner,
So I lost my Clementine.

Then the miner, fory-niner,
Soon began to weep and pine.
Thought he ought to join his daughter,
Now he's with his Clementine.

In my dreams she still does haunt me,
Robed in garments soaked in brine.
Though in life I used to hug her,
Now she's dead I draw the line.

How I missed her, how I missed her,
How I missed my Clementine.
But I kissed her little sister,
And forgot my Clementine.


Cockles and mussels

In Dublin's fair city
where the girls are so pretty
I first set my eyes on sweet Molly Malone
As she wheel'd her wheelbarrow
through streets broad and narrow
Crying: "Cockles and mussels! alive, alive oh!"

Alive, alive oh, alive alive oh!
Crying: Cockles and mussels, alive, alive oh!

She was a fishmonger, but sure it was no wonder
for so were her father and mother before
and they each wheel'd their barrow
Crying: "Cockles and mussles, alive, alive oh!"

She died of a fever and no one could save her
and that was the end of sweet Molly Malone
but her ghost wheels the barrow
through streets broad and narrow
Crying: "Cockles and mussels, alive, alive oh!"


De Egelantier

Komt mensen luistert allen hier,
ik zing u het lied van de egelantier.
De egelantier is een toffe kroeg,
er was nog nooit drank genoeg.

Ja, d'r was nog nooit beter bier,
dan in 't café d'n egelantier.
Ja d'r was nog nooit beter bier,
dan in het café de egelantier.

Versie VIP: Ja, d'r was nog nooit beter bier,
dan in 't café d'n egelantier.
En ik lust nog wel een meter bier,
Van 't café d'n Egelantier.

D'n egelantier had een schone toog,
waarover zich een dame boog.
Die dame was al zestig jaar,
maar ze had nog al haar haar.

Nadat ze vijftig jaar had gewacht,
werd ze door een boer verkracht.
Die had z'n leven lang gejaagd,
op deze reeds bejaarde maagd.

De maagd die werd toen bijkans gek,
maar ze ging niet over haar nek.
Het lied dat ik nu voor u zing,
kostte de boer een gouden ring.

De boer die was ook gans niet maf,
hij deed zijn trouwring nooit meer af.
Nu zitten er in de egelantier,
twee dronkelappen aan het bier.

Ze werden van het bier te vet,
en zakten door het huwelijksbed.
De maagd die brak haar mooie nek,
en de boer..... die werd gek.

De moraal zoals u ziet,
van dit waar gebeurde lied,
volgt nu in het slotcouplet:
Pas toch op voor het huwelijksbed.


Drunken sailor

What shall we do with the drunken sailor (3x)
Early in the morning

Hooray and up she rises (3x)
Early in the morning

Put him in a longboat 'till he's sober (3x)
Early in the morning

Hooray and up she rises

Pull out the plug and wet him all over (3x)
Early in the morning

Hooray and up she rises

Put him in the bilge and make him drink it (3x)
Early in the morning

Hooray and up she rises

Put him in a leaky boat and make him bale her (3x)
Early in the morning

Hooray and up she rises

Put him in the scruppers with a hose-pipe on him (3x)
Early in the morning

Hooray and up she rises

Tie him to the topmast when she's yardarm under (3x)
Early in the morning

Hooray and up she rises

Heave him by the leg in a runnin' bowlin' (3x)
Early in the morning

Hooray and up she rises

Temperance lectures will never help him (3x)
Early in the morning

Hooray and up she rises

Give him a hair of a dog that bit him (3x)
Early in the morning

Hooray and up she rises

That's what we do with the drunken sailor (3x)
Early in the morning

Hooray and up she rises


Het is moeilijk bescheiden te blijven

't Is moeilijk bescheiden te blijven
Wanneer je zo goed bent als ik
Zo stoer, zo charmant en zo aardig
Dat zie je in één ogenblik
Ik denk als ik kijk in de spiegel
Daar staat een geweldige vent
't Is moeilijk bescheiden te blijven
Voor een kerel met zoveel talent (jaja)

De allermooiste meiden
Die mij eenmaal hebben gezien
Die vallen meteen aan mijn voeten
Aan iedere teen minstens tien
Ik lig zelf ook goed bij de mannen
Maar dat geeft mij ook al geen kick
Want er is er niet een op de wereld
Die zo goed en volmaakt is als ik

't Is moeilijk bescheiden te blijven

Ik wil ook geen filmcarrière
Zoals Hauer, De Gooyer, Krabbé
En dat is voor hun dan weer mazzel
Zo houd ik ze uit de WW
Als ik mijn talenten zou benutten
Dan was ik 'top of the bill'
Hoewel 't gewoon is
Dan krijg je kapsones
En da's nou net wat ik niet wil

't Is moeilijk bescheiden te blijven


Het kleine café aan de haven

De avondzon valt over straten en pleinen
De gouden zon zakt in de stad
En mensen die moe in hun huizen verdwijnen
Ze hebben de dag weer gehad
De neonreclame die knipoogt langs ramen
Het motregent zachtjes op straat
De stad lijkt gestorven, toch klinkt er
muziek uit een deur die wijd open staat

Daar in dat kleine café aan de haven
Daar zijn de mensen gelijk en tevree
Daar in dat kleine café aan de haven
Daar telt je geld of wie je bent niet meer mee

De toog is van koper toch ligt er geen loper
De voetbalclub hangt aan de muur
De trekkast maakt meer lawaai dan de jukebox
Een pilsje dat is d'r niet duur
'n Mens is daar mens, rijk of arm, 't is daar warm
Geen mussjeu of madam maar w.c.
Maar het glas is gespoeld in het helderste water,
Ja 't is daar een heel goed café

Daar in dat kleine café aan de haven

De wereldproblemen die zijn
tussen twee glazen bier opgelost voor altijd
Op de rand van een bierviltje staat daar je rekening
Of je staat in 't krijt.
't Enige wat je aan eten kunt krijgen
Dat is daar een hardgekookt ei
De mensen zijn daar gelukkig gewoon
Ja de mensen die zijn daar nog blij

Daar in dat kleine café aan de haven


Het land van Maas en Waal

Refrein:
Onder de groene hemel, in de blauwe zon speelt het blikken harmonie orkest in een grote regenton.
Daar trekt over de heuvels en door het grote bos de lange stoet de bergen in van het circus Jeroen Bosch.
En we praten en we zingen en we lachen allemaal want daar achter de hoge bergen ligt het land van Maas en Waal.

Ik loop gearmd met een kater voorop.
Daarachter twee konijnen,
met een trechter op hun kop.
En dan de grote snoeshaan die legt een glazen ei. Wanneer je 't schudt dan sneeuwt 't op de Egmondse abdij.
Ik reik een meisje mijn koperen hand.
Dan komen er twee moren,
met hun slepen in de hand.
Dan blaast er de fanfare ter ere van de schaar.
Die trouwt met de vingerhoed,
ze houden van elkaar.

Refrein:
En onder de purperen hemel in de bruine zon,
Speelt nog steeds het ....

We zijn aan de koning van Spanje ontsnapt.
Die had ons in zijn bed en de proviciekast betrapt.
We staken alle kerken met brandewijn in brand.
't is koud vuur, dus het geeft niet
en komt niet in de krant.
Het leed is geleden, de horizon schijnt.
Wanneer de doden dronken zijn en pierlala verdwijnt, dan steken we de loftrompet
en ook een dikke draak.
En we eten 's avonds zandgebak op het feestje van Klaas Vaak.

Refrein:
En onder de gouden hemel in de zilveren zon,
speelt nog steeds het ....


Het lied van de eend

Dit is het lied van de eend
want de eend is ook iemand z'n moeder
soms zwemt ie rond in een plas
of ergens anders waar het nat was

Nu denkt iedereen dit is het eind
dat is het ook.


Io vivat

Io vivat, Io vivat
Nostrorum sanitas
Hoc est amoris pocolum
Dolores est antidotum
Io Vivat, Io Vivat
Nostrorum sanitas

Io Vivat, Io Vivat
Nostrorum sanitas
Dum nihil est in poculo
Iam repleatur denuo
Io Vivat, Io Vivat
Nostrorum sanitas

Io Vivat, Io Vivat
Nostrorum sanitas
Nos iungit amicitia
Et vinum praebet gaudia
Io Vivat, Io Vivat
Nostrorum sanitas

Io Vivat, Io Vivat
Nostrorum sanitas
Est vita nastra brevior
Et mors amara longior
Io Vivat, Io Vivat
Nostrorum sanitas

Io Vivat, Io Vivat
Nostrorum sanitas
Osores nostri pereant
Amici semper floriant
Io Vivat, Io Vivat
Nostrorum sanitas

Io Vivat, Io Vivat
Nostrorum sanitas
Iam tota Academia
Nobiscum amet gaudia
Io Vivat, Io Vivat
Nostrorum sanitas


Jan Klaassen

Jan Klaassen was trompetter in 't leger van de prins
Hij marcheerde van Den Helder tot Den Briel
Hij had geen geld en hij was geen held
En hij hield niet van het krijgsgeweld
Maar trompetter was hij wel in hart en ziel

Het leger sloeg z'n tenten op bij Alkmaar in 't veld
Zolang geen vijand zich liet zien was iedereen een held
De kroeg werd als strategisch punt door 't hoofdkwartier bezet
De officieren brulden: Jan kom speel op je trompet
Ze werden wakker in de goot, in de morgen kil en koud
Maar Jan Klaassen sliep in de armen van de dochter van de schout

Jan Klaassen was trompetter in 't leger van de prins

De prins sprak op inspectie tot de majoor van de compagie:
Ik zag hier alle stukken wel van mijn artillerie
Ja, zelfs dat kleine in uw kraag en dat blonde in uw bed
Maar waar zit dat stuk ongeluk van 'n Jan met z'n trompet
En niemand die Jan Klaassen zag, die bij de stadspoort zat
En honderd liedjes speelde voor de kinderen van de stad

Jan Klaassen was trompetter in 't leger van de prins

Jan Klaassen zei: 'Vaarwel mijn lief, ik zie je volgend jaar
Wanneer de lente terugkomt, dan zijn wij weer bij elkaar'
De winter ging, de zomer kwam, de oorlog was voorbij
Maar 't leger is nooit teruggekeerd van de Mookerhei
Geen mens die van Jan Klaassen ooit iets teruggevonden heeft
Maar alle kinderen kennen hem, hij is niet dood, ... hij leeft


Malle Babbe

Je schuimt de straten af
En volgt het dievenspoor
Langs schooiers en soldaten
De petten op een oor
Je tilt je rokken op
En lacht naar iedere man
Die in het donker wel durft
Wat overdag niet kan
En bij nacht in de kroegen hier
Gaat je naam in 't rond
Bij het blond schuimend bier

Ik ken ze een voor een
De heren van 't fatsoen
Ik zal ze nooit vergeten
Zoals ze jou wel doen
Hoe vaak heb jij zo'n kop
Bezopen stom en geil
Niet aan je borst gedrukt
Je lijf nat van zijn kwijl
En bij nacht in de kroegen hier
Gaat je naam in 't rond
Bij het blond schuimend bier

Malle Babbe kom
Malle Babbe kom hier
Lekker stuk, mooie meid
Lekker dier van plezier
Malle Babbe is blond
Malle Babbe is rond
Een zoen op je mond
Malle Babbe je lekkere ...

La la lalalaaa
lala lala la la
lala la, la, la, la, la, la, la, la, la, la
La la lalalaaa
lala lala la la
lala la, la, la, la, la, la, laaaaaa...

En 's zondags in de kerk
Dan zit daar zo'n meneer
Stijf als een houten plank
Te kijken in zijn bank
Een zwart lakens pak over z'n zondige lijf
Bang voor de duivel en bang voor zijn wijf
Een zuinige cent in het zakje doen
Zo koopt hij zijn ziel weer terug
En zijn fatsoen...

En jij moet achteraan
In het donker blijven staan
Zoals het hoort...

Maar eens dan komt de dag
Dan luiden ze de klok
Dan draag jij witte bloemen
En linten aan je rok
Wanneer we met elkaar
Gearmd de kerk uitgaan
Wat zullen ze dan kijken
Daar denk ik altijd aan

Als dan bij een nacht
In de kroegen hier
Ik je naam weer hoor
Bij het blond schuimend bier

Malle Babbe kom...

La la lalalaaa...


'n Beetje verliefd

In 'n discotheek, zat ik van de week.
En ik voelde mij daar zo alleen.
't Was er warm en druk, ik zat naast een lege kruk.
Ik verlangde zo naar jou hier aan mijn zij.

Ja ik denk nog steeds, hoe het was geweest.
Toen je naast me zat, hier aan de bar.
Ik vroeg drink je mee, dat vond jij OK.
Toen je proostte, naar me keek werd ik zo wee.

Refrein:
'n Beetje verliefd.
'n Beetje verliefd.
Ik dacht een beetje verliefd.
Als ik wist wat jij toen dacht.
Had ik nooit op jou gewacht.
Als een kind zat ik te dromen.
Deze nacht ben jij voor mij.
Maar die droom ging snel voorbij.

Jij stond op en zei, hou mijn plaatsje vrij.
Ik moet even weg maar ben zo terug.
Ach die stoel bleef leeg, tot ik in de gaten kreeg.
Dat je wegging zonder mij, ik was weer alleen.


Oerend hard

Oehoe-oeh-oerend hard kwamen zie doar aangescheurd
Oehoe-oeh-oerend hard want zie hadden van de motorcross geheurd
Langzaam rijden dat deden zie nooit,dat vonden zie toch maar tiet verknoeid
Bertus op zien Norton en Tinus op de BSA

Noar de mortorcross op het Hengelse Zand
De hoenders en de vrouwluu stoven aan de kant
Bertus op zien Norton en Tinus op de BSA

Zie gingen oe-oehoe-oehoe, oeh-oehoe-oeh-oerend hard (bis)

Oehoe-oeh-oerend hard scheurden zie noa de crosse weer noar huus
Oehoe-oeh-oerend hard want dan weren zie eerder thuus
Ze hadden alderbastend gein gehad, zie allebei een heel klein betjen zat
Bertus op zien Norton en Tinus op de BSA

An 't gevoar hadden zie ng nooit gedacht
Zie waren koning op de weg en dachten: 'Alles mag'
Bertus op zien Norton en Tinus op de BSA

Zie gingen oe-oehoe-oehoe, oeh-oehoe-oerend hard (bis)

(langzaam)
Moar zoals altiet kwam aan 't gejakker een end
Deur een zatte kerel die de snelheid van een motor niet kent
Bertus reej d'r op en Tinus kwam vlak achter um oan
En iedereen die zeej: 'Van die leu heur ie nooit meer wat van'
Zie gingen nooit, nee niet nooit, nooit meer oerend hard (bis)

Moar wie gaat oe-oehoe-oehoe, oeh-oehoe-oeh-oerend hard (bis)


Pauzelied

My name is Don Johnson
I come from Wisconsin
I work at the aardappelmeelfabriek
the people I meet
coming down from the street
they say:"Hello!"
I say:"Hello!"
They say:"What's your name?"
I say:"My...


Prosit

Ein prosit, ein prosit
Der Gemutlichkeit
Ein prosit, ein prosit
Der Gemutlichkeit


Swing low sweet chariot

I looked over Jordan and what did I see?
coming for to carry me home
a band of angels coming after me
coming for to carry me home.

Refrein: Swing low sweet chariot
coming for to carry me home
swing low sweet chariot
coming for to carry me home.

If you get there, before I do.
Coming for to carry me home.
Tell all my friends I'm coming.
Coming for to carry me home.

I'm sometimes up, I'm sometimes down.
Coming for to carry me home.
But still my soul feels heavenly bound.
Coming for to carry me home.


The wild rover

I've been a wild rover for many a year
And I've spent all my money on whiskey and beer
But now I'm returning with gold in great store
And I never will play the wild rover no more.

And it's no, nay, never
no nay never no more
Will I play the wild rover
No, never no more

I went into an ale house I used to frequent
And I told the landlady my money was spend
I asked for a bottle; she answered me "Nay,
such a custom as yours I can get any day".

Then out of my pocket I took sovereigns bright
and the Landlady's eyes opened wide with delight
she said, "I've whiskies and wines of the best,
and the words that I said, sure, were only in jest".

I'll go back to my parents, confess what I've done
and ask them to pardon their prodigal son
and if they caress me as ofttimes before
then I never will play the wild rover no more.


Wilhelmus

Wilhelmus van Nassouwe
Ben ik van Duitse bloed
Den vaderland getrouwe
Blijf ik tot in de doet
Een prinse van Oranje
Ben ik vrij onverveerd
De koning van Hispanje
Heb ik altijd geeerd

In Godes vrees te leven
Heb ik altijd betracht
Daarom ben ik verdreven
Om land, om luid gebracht
Maar God zal mij regeren
Als een goed instrument
Dat ik zal wederkeren
In mijne regiment

Lijdt u, mijn onderzaten
Die oprecht zijn van aard
God zal U niet verlaten
Al zijt gij nu bezwaard
Die vroom begeert te leven
Bidt God nach ende dag
Dat hij mij kracht wil geven
Dat ik U helpen mag

Lijf en goed al tezamen
Heb ik U niet verschoond
Mijn broeders, hoog van namen
Hebben 't U ook vertoond:
Graaf Adolf is gebleven
In Friesland in de slag
Zijn ziel in 't eeuwig leven
Verwacht de jongste dag

Edel en hooggeboren
Van keizerlijke stam
Een vorst des Rijks verkoren
Als een vroom Christenman
Voor Godes woord geprezen
Heb ik vrij onversaagd
Als een held zonder vrezen
Mijn edel bloed gewaagd

Mijn schild ende betrouwen
Zijt gij, o God, mijn Heer
Op U zo wil ik bouwen
Verlaat mij nimmer meer
Dat ik doch vroom mag blijven
Uw dienaar t'aller stond
Die tirannie verdrijven
Die mij mijn hert doorwondt

Van al die mij bezwaren
End mijn vervolgers zijn
Mijn God, wilt doch bewaren
De trouwe dienaar dijn
Dat zij mij niet verrassen
In hare boze moed
Haar handen niet en wassen
In mijn onschuldig bloed

Als David moeste vluchten
Voor Saul de tyran
Zo heb ik moeten zuchten
Met menig edelman
Maar God heeft hem verheven
Verlost uit alder nood
Een koninkrijk gegeven
In Israel, zeer groot

Na 't zuur zal ik ontvangen
Van God mijn Heer dat zoet
Daarna zo doet verlangen
Mijn vorstelijk gemoed:
Dat is dat ik mag sterven
Met eren in dat veld
Een eeuwig rijk verwerven
Als een getrouwe held

Niet doet mij meer erbarmen
In mijne werderspoed
Dan dat men ziet verarmen
Des konings landen goed
Dat U de Spanjaards krenken
O edel Neerland zoet
Als ik daaraan gedenke
Mijn edel hert dat bloedt

Als een prins opgezeten
Met mijner heires kracht
Van de tyran vermeten
Heb ik de slag verwacht
Die bij Maastricht begraven
Bevreesde mijn geweld
Mijn ruiters zag men draven
Zeer moedig door dat veld

So het de wille des Heren
Op die tijd had geweest
Had ik geern willen keren
Van U dit zwaar tempeest
Maar de Heer van hierboven
Die alle ding regeert
Die men altijd moet loven
En heeft het niet begeerd

Seer prinslijk was gedreven
Mijn prinselijk gemoed
Standvastig is gebleven
Mijn hert in tegenspoed
De heer heb ik gebeden
Van mijnes herten grond
Dat hij mijn zaak wil reden
Mijn onschuld doen bekand

Oorlof, mijn arme schapen
Die zijt in grote nood
Uw herder zal niet slapen
Al zijt gij nu verstrooid
Tot God wilt U begeven
Zijn heilzaam woord neemt aan
Als vrome christen leven
't Zal hier haast zijn gedaan

Voor God wil ik belijden
End zijner groter macht
Dat ik tot gene tijden
De koning heb veracht
Dan dat ik God de Here
Der hoogste majesteit
Heb moeten obedieren
In der gerechtigheid


Zeven dagen lang

Wat zullen we drinken, zeven dagen lang?
Wat zullen we drinken? Wat een dorst.

Er is genoeg voor iedereen, dus drinken we samen,
sla het vat maar aan.
Ja, drinken we samen, niet alleen.

Dan zullen we werken, zeven dagen lang.
dan zullen we werken, voor elkaar.

Dan is er werk voor iedereen, dus werken we samen,
zeven dagen lang.
Dus werken we samen, niet alleen.

Eerst moeten we vechten, niemand weet hoelang.
Eerst moeten we vechten, voor ons belang.

Voor het geluk van iedereen, dus vechten we samen,
samen staan we sterk.
Dus vechten we samen, niet alleen.


Last updated: 08/26/01, WebMaster